[—Dit essay schreef ik in een reactie op mijn vader die mij een opiniestuk van Joël Davis opstuurde. De woorden van Joël Davis zijn nies anders dan een extreemrechtse oproep tot geweld, geschreven nadat Charlie Kirk was doodgeschoten. Dit is mijn poging tot een antwoord daarop; een ruw, ongepolijst reactief stuk.]
“When people stop talking, that’s when you get violence. That’s when civil war happens, because you start to think the other side is so evil, and they lose their humanity.” — Charlie Kirk
Vermoedelijk een van de weinige uitspraken van Charlie Kirk waar iedereen het wel mee eens moet zijn. Dus in die wijsheid beschouwd, vind ik het opiniestuk van deze Joël Davis waardeloos; het misbruikt de dood van Charlie Kirk voor zijn eigen politieke doeleinden— met name de demonisering van een algemeen “links” dat volgens de columnist door de actie van een lone-gunman zogenaamd alle dialoog zou hebben opgegeven. De columnist maakt de behoorlijk platgeslagen en valse vergelijking met interbellum-Europa, waar georganiseerd links geweld de reden zou zijn geweest voor de opkomst van de Nazi’s (dat was enkel in zoverre zo dat de industriële elite Hitler steunde uit angst dat het socialisme ze van hun welvaart zou ontdoen zodra die aan de macht zouden komen). Radicaal-rechts geweld was in zijn ogen slechts een reactie uitgelokt door het geweld die in eerste instantie enkel vanuit linkse fracties gekomen zou zijn. Ik vraag mij af wat Rosa Luxemburg daarvan zou vinden, en de vele anderen met haar die door het geweld van het Freikorps en later de terreur van de SA en SS in de naam van antisocialistische acties van het leven zijn beroofd. Allemaal in de naam van de morele degelijkheid en het beschermen van “het volk” tegen corrumperende invloeden die niet als deel daarvan beschouwd werd, en dus bestreden moest worden onder het mom van defensieve acties. (Om over al het geweld tegen Joden, gehandicapten, homoseksuelen, en andere minderheden nog maar te zwijgen).
Dat geweld vanuit beide radicalen van het politieke spectrum komt, lijkt mij evident. Daarmee is het argument waarmee de columnist ons probeert te overtuigen van een algemeen links-kwaad ook meteen herkenbaar als doelbewust hypocriet— het is propoganda met als bedoeling mensen te overtuigen dat meer geweld de enige weg vooruit is. Wat hij beschouwt als de linkerkant zou met de moord op Charlie Kirk die aan links wordt toegedicht, alle debat en de dialoog hebben afgezworen (waar de rechterkant die volgens hem altijd in waarde houdt). Uiteraard leidt zijn betoog dan ook tot de conclusie die je kan verwachten van rechtse ideologen zoals hij. Soms nog gehuld in masker en schapenpak roept extreem-rechts altijd al over de noodzaak van niets-ontziend geweld tegen elke vijand van “het volk” om deze te beschermen tegen corrumperende invloeden—et cetera. Deze retoriek herkennen we uiteraard uit een van de vele boorbeelden die we daarvan in onze geschiedenis hebben; van de vele pogroms tegen joden en de radicale onverdraagzaamheid van de religieuze oorlogen in middeleeuws Europa, in de genocidale vernietiging van de oorspronkelijke bewoners van Amerika, en natuurlijk bij figuren zoals Hitler en Stalin, die beide een politiek van uitsluiting gebruikte om de machinale en groteske vernietiging van mensenlevens mogelijk te maken, en leidde tot de vervolging en uithongering van vele miljoenen mensen die erdoor werden buitengesloten omdat ze eerst verdacht, en daarna tot Vijand gemaakt werden. Of het geweld vanuit links- of rechts denken voorkomt zou niet van belang moeten zijn zolang we onszelf de eer toe behouden alle politieke geweld te veroordelen— iets wat we altijd zouden moeten doen, ook nu bij de moord op Charlie Kirk—maar dat doet deze columnist niet;
“The only adequate response to militant adversaries is a militancy of our own. We can no longer tolerate sharing our countries and political process with genocidal enemies who have made it clear they want us dead. The only discussion left to be had is one with our own side – a discussion about how we need to radicalise, organise, take power and use the state to crush our enemies decisively to secure a future for our people.”
En de ironie is natuurlijk dat het gebrekkige excuus dat gebruikt wordt om dit geweld tegen alles wat als links gezien wordt zou moeten rechtvaardigen, de schijnheiligheid van het hele opiniestuk blootlegt; De actie van een zogenoemd “links” figuur van amper 22 jaar oud, komende uit een christelijk-conservatief gezin (een MAGA-familie, zoals zijn oma zei) en opgegroeid in dieprood-republikeins Amerika, zou het einde van alle politieke discussie tussen links & rechts moeten inluiden als ware het de actie van een soort linkse messias die niet alleen zelf sterven moet, maar waarvoor álle mensen aan de linkerkant voor zijn zonde zullen moeten boeten… Deze aanslag zou de volgens de columnist de zuivering van alle linkse elementen uit de samenleving verantwoorden die volgens hem de toekomst van “het volk” in de weg staan (lees: dissidenten van zijn ideologie).
“with a determination to seize the state back off them in order to eradicate leftism from social and political life.”
[—hij schrijft vanuit een Australisch perspectief, vandaar dat hij spreekt over het overnemen van de staat, waar dat in de VS praktisch al gebeurd is met de terugkomst van Trump.]
De opinie van de de schrijver Joël Davis is geen integer stuk over de schadelijkheid van doorgeslagen (linkse) retoriek en de effecten daarvan op de samenleving (van welke kant van het politieke spectrum dan ook), maar een directe oproep tot precies hetzelfde geweld als waartegen hij zo ageert. Dat het geleverde argument om deze gewelddadige purificatie van de linkerkant te verantwoorden ernstig tekortschiet, zou ik willen afdoen als zo overduidelijk dat het absurd wordt, ware het niet dat zijn retoriek steeds meer bijstand vindt onder gematigde conservatieve mensen. Hij probeert alles wat links is te beschuldigen aan de hand van de acties van één persoon, en waarvoor de verantwoordelijkheid nooit door zo’n grote pluriformiteit aan ideeën en mensen gedragen kan worden. Dat wat als links gezien kan worden is daarvoor simpelweg te groot; zeker ook omdat de definitie van links in de mond van conservatief-rechts nogal willekeurig van hun lippen valt, waardoor het in principe alles kan omvatten zolang ze er maar tegen zijn— dan noemen ze het te pas en te onpas Links. Deze bijna komische demonisering van links is zo gemakzuchtig gebracht dat ik me afvroeg in welke context het stuk geplaatst is, omdat de insteek ervan zo onoprecht is en getuigd van een heldere agenda die baat heeft bij een wereldwijde tweestrijd, geweld en een politiek can vergelding. Deze columnist zoekt oorlog, hij wil geweld. Alleen extreme ideologieën ken ik gretig genoeg om politiek geweld tegen henzelf zo schaamteloos opzichtig te misbruiken om hun eigen voornemens om geweld te gaan gebruiken te verantwoorden.
Mijn vermoeden blijkt bevestigd als andere artikelen op de website lees, en wat onderzoek deed naar de Australische achtergrond van de website. In een van de stukken wordt bijv. Thomas Sewell besproken, waarover ze het volgende zeggen:
“Tom [Thomas Sewell] is a national icon. A leader, a visionary, a rallying point for everyone upset with everything from government overreach to our ethnic replacement. Never let them tell you that your choices are futile. They set the stage for those who come after you to take the fight to the next level.”
Tom is tevens de oprichter van The National Socialist Network (NSN), een Australische neonazistische beweging die strijdt voor een etnisch-wit Australië, onder andere met de slogan “Australia for the white man.”
Een ander stuk romantiseert en verheerlijkt de specifiek etnisch-witte, West-Europese afkomst: “[…] A people bound together by the crimson thread of blood, a distinct people, a unique people, an irreplaceable people, derived from the British Isles and Europe and forged on this continent through ethnogenesis into a new ethnic group, Australians.” Uiteraard behoort ieder die buiten deze categorie valt, volgens hen niet tot het “ware” Australische volk dat het natuurlijke recht heeft om het land te domineren. Om te weten wat dit meestal voor de mensen betekent die buiten die classificatie vallen hoeft men slechts naar een van de vele voorbeelden te kijken die te vinden zijn in de donkere kant van onze geschiedenis.
Hieruit blijkt dat het nooit de bedoeling is geweest om de dialoog op te zoeken, noch om die daadwerkelijk te willen voeren. Het opiniestuk van Joël Davis is slechts een dunne façade van een radicaal en gewelddadig gedachtegoed die zichzelf probeert te legitimeren via de betreurenswaardige acties van een enkeling. Door de schuld van de moord op Charlie Kirk te maken tot iets wat door de gehele linkerzijde wereldwijd gedragen moet worden, en deze politieke bloedschuld als het beginpunt voor te stellen van een gewelddadige oorlog tegen de schuldigen, is de schijn van alle redelijkheid die de columnist nog veinst te hebben gehad niets anders is dan een slecht passend masker.
De voortdurende bereidheid van veel rechts-conservatieven om de totale oorlog aan links te verklaren is op zijn minst schokkend in de alledaagsheid waarmee ze stellen om alles wat links is uit te willen roeien. De uitspraken zijn verbazingwekkend algemeen, en gaan in hun verwijzing voorbij aan een werkelijk bestaand links blok, waardoor alles wat gehaat wordt erin terug gevonden kan worden (of het nu klopt of niet). Toch is het weinig verassend na decennia van anti-progressieve propoganda die alle negatieve gevolgen van de verschraling van de sociale voorzieningen en de accumulatie van kapitaal door een steeds kleiner wordende elite voorstelt als de schuld van links—terwijl het voornamelijk rechts beleid geweest is die bijgedragen heeft aan de verarming van vele gemeenschappen die ze zeggen te willen beschermen en behouden.
Linkse mensen kunnen soms nogal radicaal oordelen door het (soms misplaatste) idee van guilty by association en dergelijke, waarmee de essentiële discussie over de gevaren van extremistisch gedachtegoed soms vertroebeld raakt door het excessief gebruik van extreem-rechtse labels die daarmee het risico lopen om doodgeslagen termen te worden waarvan weinig betekenis overblijft— discussie daarover is belangrijk. En ik vind ook dat linkse retoriek soms haar nuance verliest in het activisme. Maar je hoort links zelden de oorlog tegen een of ander conservatief-rechts geheel verklaren, omdat ze uiteindelijk vooral vóór bestaansvrijheid vechten, en niet specifiek tégen conservatief-rechts denken an sich. Conservatieven praten daarentegen regelmatig over de noodzaak van een culturele oorlog tegen links die met geweld en wapens gevoerd moet worden, omdat ze geloven dat hun bestaansrecht alleen behouden kan blijven door de vernietiging van de linkse-boeman waarvan ze zeggen dat het hun bestaan bedreigt— terwijl het in de regel dus precies andersom is; zij zijn juist die het bestaansrecht van anderen bedreigen in hun wens die te overheersen.
Het enige wat er van zijn stuk overblijft als je alle retorische kwakzalverij en huichelende schijnheiligheid weghaalt, is haat en de oproep die met de slag en vuist van geweld te willen verspreiden om de westerse wereld te kunnen bevrijden van elke variant van links gedachtegoed. De columnist is hiermee niet anders dan de schutter die Charlie Kirk doodgeschoten heeft; beiden zijn radicaal en bereid tot het gebruiken van extreem geweld. In die wetenschap kan je hem niet serieus nemen behalve als een bedreiging van de openbare samenleving die hij omver wil werpen ten faveure van een nieuwe conservatieve orde die haar waarden niet langer zoekt in de kunst van het samenleven, maar in de herrezen hegemonie van “het volk”; die bestaat uit een etnisch-witte norm die in westerse landen regeert en andersdenkenden overheerst. Hiermee wil ik niet beweren dat geen problematisch gedrag bestaat aan de linkerkant; natuurlijk bestaat ook daar de kanker van radicalisme (maar overal waar mensen zijn vind je ook hun tekortkomingen). Dat gezegd hebbende, is het van fundamenteel belang om je niet te laten verleiden zelf ook een monster te worden in de voorgenomen strijd tegen een gemaakt kwaad. We moeten onszelf redden van de angstcultuur die media creëren. We moeten kritisch blijven op linkse én rechtse retoriek.
Columnisten zoals deze hoor je natuurlijk nooit over het geweld van de rechterkant van het politieke spectrum, omdat zie die altijd al goedkeurden en hun zogenaamde verdediging van open-discussie slechts als schild tegen kritiek dient. (Denk aan de MAGA-aanhanger die vermomd als politieagent de democratische politica Melissa Hortman en haar man doodschoot bij hun huis amper twee maanden geleden, of denk aan het dodelijke geweld tijdens de rellen van de Capitool bestorming van 6 januari 2021, die as ANTIFA werden weggezet, maar waarvan alle betrokkenen later een pardon van Trump kregen, of dichterbij het thuisland van de columnist; de schietpartij op moslims in Christchurch etc.) Het is één grote farce om elke geweldsdaad die op welke manier dan ook tot “links” gemaakt kan worden te benaderen als zijnde de schuld die een ongedefinieerd geheel van linkse ideologie en retoriek toebehoort, maar tegelijk al het andere geweld te zien als toevalligheid, onbeduidend, en losstaand van haatdragende ideologie en retoriek wanneer de daders hun inspiratie bij de rechterkant gevonden hebben. Die hypocrisie is gevaarlijk, want ze leidt naar een scheef narratief over de complexiteit van de werkelijkheid, en bereidt daarmee de weg voor een wereldbeeld die is gereduceerd tot een helder zichtbaar goed & kwaad— en zo’n wereldbeeld leidt tot het extreem ideologisch-radicalisme dat we zagen in de 20e eeuw. Het is iedereen bekend dat de linkerkant hier bijzonder gevoelig voor is, en dat is waar; maar die gevoeligheid komt o.a. voort uit een verlangen om in vrijheid te kunnen bestaan— ook wanneer die afwijkt van de norm (even los van economisch-linkse ideeën). Maar laten we niet doen alsof dit fenomeen een links probleem is, want de felheid waarmee de linkerkant continue veroordeeld wordt, en hoe breed dat sentiment onder rechts gedragen wordt, spiegelt precies die waarvan ze de radical-lunatic left beschuldigen, maar wordt nooit als zodanig besproken. Ik erken dat het narratief aan de linkerkant, zeker in de krochten van het internet, als een veel te strak korset om het lijf van het vrije denken kan zitten. Dit is soms problematisch. Ik mis echter reflectie op rechts. Want ieder die beweert dat conservatief-rechts andere ideeën beter tolereert dan links, kan dat enkel doen door bewust te liegen daarover (zoals politici dat doen), of te onwetend zijn over de werkelijkheid omdat ze gevangen zitten in een ideologisch-rechts propogandaweb. Het waren geen linkse mensen die grootschalige boekverbrandingen organiseerden in de VS afgelopen jaren, en het groeiende aantal titels op de verboden boekenlijsten die in conservatieve kringen zijn opgezet, zijn niet op die lijst gekomen door links activisme— maar die van conservatief-rechts.
Het probleem verschilt in het algemeen alleen hierin: waar linkse mensen niet alleen de rechterkant, maar vooral ook hun eigen bewegingen eindeloos bekritiseren, zijn alle opinies en politieke overtuigingen van links versplinterd in vele verschillende varianten met net weer andere nuances. Daardoor bestaat het linkse denken ten minste uit diverse opvattingen die samengenomen uitblinkt in de afwezigheid van een heldere overtuiging over de juiste manier om te leven. Bij conservatief-rechts gaat juist bijna alles over de behoorlijk specifieke manier van leven die ze als de juiste achtten, en die ze aan anderen willen opleggen uit de overtuiging dat het de enige goede (morele) weg is. De neiging van conservatief-rechts om de loyaliteit aan de groep boven het individuele belang te stellen (oh ironie) maakt ze vatbaar voor charlatans. Bij conservatief-rechts heerst de norm van de massa, en in hun illusie de vaandel van normaliteit hoog te houden in een moreel vervallen wereld, en dat het dragen ervan voortkomt uit hun rationele denken, veroordelen ze inherent alles wat buiten die norm valt als irrationele afwijking, bijna gelijk aan iets ziekelijks. Ze dwingen anderen te conformeren aan hun opvattingen over hoe te leven, allemaal in naam van een rationele middenweg die ze zelf helemaal niet bewandelen. Conservatief-rechts pretendeert de algemene vrijheid te verdedigen terwijl ze bezig zijn die vrijheden te vertrappen; altijd worden “linkse” universiteiten genoemd als bakermat van linkse intolerantie voor andersdenkenden, maar voorbij gegaan aan het protestrecht— en zonder enig besef van de ironie dat alles wat ook maar kan refereren aan queerness overal verboden wordt omdat het niet met de christelijke opvattingen van conservatief-rechts strookt. De angstcultuur die kenmerkend is voor conservatief-rechts(christelijk) denken, met als voorbeelden de angst voor het andere, en de angst niet langer tot de etnische norm te behoren, de angst voor criminaliteit, etc. is een bijzonder vruchtbare bodem gebleken is voor extremisme. Een voorbeeld van hoe die angst wordt misbruikt en ingezet, zie je terug in dit fragment van de columnist:
“We are at war, at war with antiwhite leftists, non-white invaders, and Zionist forces trying to retain their parasitic and subversive grip upon our political process. There is no “discussion” to be had with them, there is only a struggle for power, a struggle that you have no choice but to partake in whether you like it or not.”
In hun gewoonte om loyaal te blijven aan hun groep uit angst daarvan te worden verstoten, zijn mensen aan de rechterkant ook geneigd om het extreem-rechts radicalisme dat onder hen sluimert te negeren, of zelfs ontkennen—óók wanneer het aantoonbaar bestaat en zichtbaar is. Dankzij de gedeelde overtuiging van het belang om de culturele, etnische, en conservatieve norm te “beschermen” tegen andere invloeden, wordt neonazistisch gedachtegoed vaak door conservatief-rechts gedoogd. Zo kan het gebeuren dat we langzaam afglijden naar steeds extremere vormen van strijd om identiteitsbehoud, gepusht door propoganda die groeit op angst, en die steeds radicaler geweld acceptabel maakt in de imaginaire noodzaak om een bedachte vijand te bestrijden. In de waan de norm te moeten beschermen tegen corruptie, wordt wat ervan afwijkt vernietigd. Het aanvallen wordt altijd gebracht als een verdediging, ook al is het dat niet (meer). Omdat conservatief-rechts veel meer geneigd is dan links om de wereld te verdelen op basis van culturele-etniciteit & tradities, geloofsovertuiging, en afkomst, zijn ze veel gevoeliger voor extreme retoriek die op basis daarvan anderen uitsluit. Dit maakt de conservatieve geest sneller vatbaar voor fascistische ideeën omdat die enkel door de massa van de norm gedragen en uitgevoerd kunnen worden, en zich daarom altijd voordoen als hoeders en beschermers daarvan— en dus conservatieve mensen aanspreekt die erin geloven tot die norm te behoren. Een voorbeeld daarvan geeft de columnist wederom zelf, in de manier waarop hij probeert om conservatief-rechtse mensen te radicaliseren:
“So the people turned to the fighters of the radical right and their illiberal ideology to protect them. And as this violence escalates, they will turn to them again. […]Responding to a violent, tyrannical and genocidal left with conservatism is not taking the moral high ground, it is cowardice. The right must mutate. If leftists will respond to losing arguments with tyrannical hate speech laws and murderous violence, it’s time for the right to stop responding to leftism with arguments.”
Zoals Jung het zou omschrijven, doet conservatief-rechts vooral veel aan projectie; rechts beschuldigt links van alles wat ze eigenlijk zelf doen. Andersom is dat niet anders, en daarover moet men in gesprek blijven gaan. Het moge duidelijk zijn hoe dit een probleem is aan beide kanten van het politieke spectrum, terwijl het nog altijd vooral wordt neergezet als zijnde een links probleem. Dat is simpelweg niet waar, en deze column van Joël Davis is daar een mooi voorbeeld van. Hij laat ook de retoriek zien waarmee ze proberen om conservatieven die in eerste instantie niet per se radicaal zijn of racistische ideeën hebben, al snel verleid kunnen worden tot extremistische overtuigingen door deze van extreem-rechts over te nemen; omdat ze hen uit angst voor verandering als medestrijders tegen een groter Kwaad beschouwen. Hoe gemakkelijk de conservatieve norm van de massa overloopt in extremisme en uitsluiting op basis daarvan, zie je in een fragment uit een ander opiniestuk op dezelfde website:
“But everyone must understand, and our politicians in particular must understand, that our ability to live harmoniously with small numbers of people who don’t share our ancestry and culture, does not mean we will ever accept the unacceptable and radical transformation of our suburbs and cities, our towns and our regions – let alone the nation itself – into something other than places that we recognise as ours, stamped by our character, populated by our people. Today we draw upon the gifts our ancestors from the British Isles bequeathed us: the conquering strength of the English, the keenness of mind and brilliance of the Scots, the mirth and rebelliousness of the Irish, and the poetic spirit and passion of the Welsh. And we draw on our larger European identity – the whole history of the West, from Greco-Roman antiquity to the pagan Germanic tribes converted by the blood of Jesus Christ, and the Angles, the Saxons, and the Celts.”
Het is frustrerend dat niet wordt erkent hoe daadwerkelijk neonazistisch gedachtegoed en ander radicaal-rechts denken schuilgaat onder de bedrieglijke mantel der degelijkheid die ze kunnen dragen dankzij hun associatie met conservatief-christelijke waarden. Die mantel beschermt ze tegen kritiek vanuit de linkerkant, die door conservatieven als linkse lunacy en mania wordt afgedaan. Zolang conservatief-rechts ook geen zelfkritiek beoefend, opent dat de mogelijkheid voor een tumorgroei van rechts-extremistisch gedachtegoed aan de rechterkant, die uiteindelijk het rechtse midden zal verdrukken als conservatieven blijven weigeren om kritisch te zijn op het extremistisch denken dat zich met hen identificeert (of ze dat nu willen of niet). Als het conservatief-rechtse midden dit soort radicalisme blijft beschermen als conservatieve-redelijkheid die misschien wat te radicaal of ongelukkig verwoord is, zal er niets van dat midden overblijven. Zo passioneel als veel rechtse mensen de linkse retoriek veroordelen, zo huiverig zijn ze om de woede die bij hen onderduikt te erkennen als zijnde problematisch. Waar progressieven vaak overdreven kritisch op zichzelf zijn, lijkt conservatief-rechts überhaupt vrij van enige zelfkritiek— en dat terwijl ze evenwel nog altijd beweren tégen het fascisme te zijn! Toch zien we een steeds algemenere acceptatie daarvan die is terug te zien in de radicalisering van het rechterflank. De verharding van hun retoriek ten opzichte van wat ze als links beschouwen; en hun reductie van alles tot een voornamelijk culturele identiteitsstrijd met deze imaginaire linkse ideologie (die niet als zodanig bestaat; behalve als een soort-van culturele cohesie in oppositie van de binaire, christelijke norm— en economisch gezien in oppositie van het kapitalisme), voelt conservatief-rechts zich nu permanent in hun bestaan bedreigd. Dat zijn ze niet, maar die angstcultuur wordt door politici, extreem-rechtse ideologen en oppervlakkige media in stand gehouden. In zo’n angstcultuur groeit de bereidheid om geweld te gebruiken tegen een imaginaire vijand. Tegenover de frustrerende linkse neiging om te willen verstoten wat niet goed genoeg is waardoor er een intolerantie voor andersdenkenden kan ontstaan, staat de droevige onmacht of onwil van conservatief-rechts om het rechts-extremistisch gedachtengoed te veroordelen dat vlak naast hen leeft.
Je ziet in zo’n column als deze wat voor een vals spel radicaal-rechtse ideologen zoals Joël Davis spelen; ze maken misbruik van de gemakzucht en angst van conservatieven die deze radicale ideeën misschien niet in hun eigen huis verstopt willen zien, waardoor ze het negeren of niet serieus nemen, of het beschouwen als noodzakelijk kwaad in hun overtuiging dat er sprake is van een wereldwijde strijd tussen conservatieven en progressieven. In de illusie te worden bedreigd door alles wat links genoemd wordt gedogen ze de ziekte van extreem-rechtse radicaliteit die zich verspreidt in de leegte van hun eigen morele verval (die pas werkelijk ontstaat zodra men erover spreekt— het vallen begint bij wie erin gelooft en zichzelf de missie toebedeeld de reinheid en zedigheid te moeten verdedigen). Steeds opzichtiger verscholen in de conservatieve mainstream kan de ideologische haat van het rechts-extremistisch gedachtegoed zoals deze column vertoont als een soort spookverschijning voortbestaan; aan de ene kant wordt het bestaan ervan ontkent of gebagatelliseerd, en anders wordt het bestaan ervan verdedigd als een noodzakelijkheid in de strijd tegen de Vijand. In de halfschaduw van de gevestigde conservatieve orde kan extreemrechts gedachtegoed floreren zolang alle kritiek erop weggehoond wordt door te blijven verwijzen naar de zogenaamde zedelijkheid van de conservatieve huisregels (ten opzichte van een cultureel-barbaars en moreel-corrupt Links Kwaad).
We moeten haatdragende ideologie niet van de werkelijkheid willen wegpoetsen in de naïeve veronderstelling dat het bestaan ervan altijd wordt overdreven. Op links-progressieve mankementen mag men kritisch zijn, maar in de gulzigheid waarmee deze column over de totale oorlog fantaseert, en oproept tot de totale vernietiging van een imaginair Links-Kwaad, zie je geen vergelijking met extreem-rechts en fascistisch gedachtegoed, maar een letterlijk voorbeeld ervan. In deze column zie je in het klein hoe het spookt binnen het conservatieve denken; hier zie je goed hoe de poltergeist van het fascisme nog altijd op de muren blijft kloppen van de huizen aan de rechterkant van de weg. Ik begrijp de kritiek wel over linkse mensen die de dood van Charlie Kirk vieren, en ik denk dat de discussie over linkse retoriek die daarop volgt iets goeds is; maar laten we niet laconiek doen over de spoken en demonen aan de rechterkant waarvoor alle angst terecht is. We moeten onze waakzaamheid voor de heropkomst van extreemrechtse ideologie niet laten verwateren, denkende dat het bestaan ervan enkel het stompzinnige bijgeloof van linkse lunatics is— dat zou een fundamentele fout zijn. Deze column is geen verdediging van het vrije woord, en gaat ook niet over de dood van Charlie Kirk of linkse retoriek; deze column is niets anders dan een poging de samenleving verder te verdelen in de hoop dat het leidt tot een gewapende strijd die ze het liefst zo snel mogelijk tot werkelijkheid maken in de hoop hun koortsdroom van een nieuwe staat tot waarheid te maken— en nu zal ik het risico nemen te worden beticht van linkse intolerantie; maar deze column is extreemrechtse propoganda.